De afgelopen jaren waren we een aantal keren in Bad Bentheim. Prachtig zwembad aldaar. Niet zozeer groot, maar juist verfijnd en compleet vormgegeven. Binnen is op verschillende draagwanden 'Frühlingsraunen', 'Sommerlied', 'Herbstgesang' en 'Winterstille' te lezen.
"Mooie typeringen", bedacht ik me gelijk, "maar wat zou dat 'Raunen' achter 'Frühling' betekenen?" Ik zocht het op: 'fluistering'. Lentefluistering dus. Vier heldere karakteriseringen van de seizoenen:
- de nieuwe opbouw - de nieuw naar buiten gerichte groeikracht - van de lente;
- de volheid - de kracht in de handhaving - van de zomer;
- de rijpheid en oogst - de kracht gericht op het terugbrengen naar binnen - van de herfst;
- de verinnerlijkte kracht van de - uiterlijk stille - winter.
Maar het leven is niet altijd 'lente'. In 2000 was er die lentefluistering ('Zitten in de Zon') en dat werden jaren met volop groei en opbouw. Daarna kwamen de jaren van 'volheid': die groei was eruit, de kleuren onveranderd helder. Onmiskenbaar volgden erna jaren vol 'herfst': de veruiterlijking die de aanzet vond in de jaren van opbouw ging over in afbouw en loslaten. Tenslotte: de laatste jaren die nu achter me liggen, waren als 'winter'. Met welzeker kracht, maar dan in de innerlijke werking, waarbij inspiratie en kleuren zich nauwelijks konden veruiterlijken.
Je kunt deze karakteristieken over veel meer heen leggen. Kijk maar eens naar de organisatie(s) waar je werkt(e). Bevindt de organisatie zich in opbouw, op sterkte, in afbouw of verinnerlijking? Die afwisselende krachten zijn zelfs te herleiden naar iedere dag. De ochtend bouwt zich op als Lente, de middag met een volheid als Zomer, de avond als de rijpheid van de dag voordat de verinnerlijking van de nacht intreedt. Het maakt toch zeker verschil: ben je een ochtendmens of een avondmens? Ik ben die eerste, pur sang!