zondag 25 januari 2015

Nieuw Geluk (2000)


Bij het wakker worden (het was nog vroeg) merkte ze het al. Ze voelde een bijzonder soort gedragenheid, die zich uitte in een sterk rustgevend gevoel. Alles wat ze dacht, was scherp omlijnd en stond haar helder voor de geest. Opeens zag ze haar beleven van de voorbije tijd in het juiste perspectief. Ze zag het als van een afstand, hoe ze had moeten strijden om staande te blijven.

Eenvoudig was het niet geweest. Nu realiseerde ze zich, dat deze moeilijke periode voorbij was. Een intens gelukkig gevoel vol berusting maakte zich van haar meester. Voordat ze het wist, stond ze naast haar bed en schoof de gordijnen open. Voor het geopende raam merkte ze dat de ochtend nog fris was. De vroege zon groette haar (en zij groette met een welgemeende lach terug).

Vandaag was een feestdag, iets van een nieuw begin. Het geluk van dat besef was zo groot, dat ze het in haar binnenste voelde jubelen. Zoals ze de vogels hoorde zingen, zoals de dauwdruppels op het gras haar nu opvielen, dat hele ademen van de natuur, ze wist zich er nu mee verbonden.

Zo heeft ze daar een tijdlang roerloos gestaan en heeft de zon zien klimmen boven de horizon. Dit was iets tussen haar en het leven. Het was een nieuw geluk, haar gegeven, dat haar nog lang bij bleef.

(Zitten in de Zon, 2000)