Paul Signac is wereldberoemd geworden als pionier van het 'Pointillisme', het schilderijen met kleine ongemengde stipjes kleur naast elkaar. De schilderijen bij dit bericht zijn echter van voor die tijd. In zomers van 1882, 1883 en 1884 verbleef Paul Signac meerdere weken in Port-en-Bessin aan de Normandische kust, waar hij als jonge colorist een prachtige serie schilderijen maakte.
Al op 15-jarige leeftijd zag Paul Signac schilderijen van de toen extreem vernieuwende kunstenaars Claude Monet, Gustave Caillebotte, Edgar Degas en Camille Pissarro. Dit was in de lente van 1879, toen hij de 4e tentoonstelling van de Impressionisten bezocht. Het jaar daarna was het zijn bezoek aan de solo-tentoonstelling van Monet dat hem deed besluiten om zelf ook schilder te worden. Voor het grootste deel autodidact kreeg hij in 1883 nog wel kort les van een meer traditionele schilder. Het werk van Monet was in die jaren echter zonder enige twijfel zijn grootste inspiratiebron.
In 1882 verbleef de 19-jarige Paul voor het eerst enkele weken in Port-en-Bessin, waar hij ook de twee jaar erna terug zou komen om er te schilderen. Zijn inspiratie in 1883 waren de voortreffelijke schilderijen van Monet van Pourville (klik hier) en Varengeville (klik hier), die hij in dat voorjaar had gezien in de galerie van Durand-Ruel. Paul schilderde dat jaar bovenstaande schilderij van de kust, dat tegenwoordig in museum Barbarini in Berlijn te zien is (voor hun site met uitvergroting, klik hier).
Toen hij een jaar later, in de zomer van 1884, terugkwam in Port-en-Bessin schilderij hij het werk hier direct onder, dat tegenwoordig is te vinden in museum Thyssen-Bornemisza in Madrid (klik hier). Dat jaar schilderde hij ook het schilderij daar weer onder, dat in museum Kröller-Müller hangt (klik hier).